Zaterdagavond 28 maart 2015, stond de zevende voorstelling van “ Manische Mannen “ geprogrammeerd in de Brugse Stadsschouwburg. Een theaterproduktie naar aanleiding van 10 jaar ‘Te Gek’. Dit na het reeds zeer succesvolle “ Nerveuze vrouwen “. “ Manische Mannen “, een muziektheatervoorstelling kaderend in de geestelijke welzijnszorg. Wannes Cappelle, Guy Swinnen, Marcel Vanthilt en Stefaan Degand zijn de protagonisten die met hun monologen, gedragingen en muziek de zaal op stelten zullen zetten, je zullen laten confronteren met een gedrag die je kan doen laten lachen, je kwaad maken, je zullen confronteren met mensen in je naaste omgeving. Manisch depressief, leef er maar mee, je hebt geen benul hoe ver dit kan gaan en tot wat het kan leiden. Lachen, uitbundig zijn, je kent ze wel, maar eens alleen, je weet nooit hoe ze zelf zijn, wat ze denken, wegzakkend in een lege donkere ruimte, eens alleen weg van de familie, de collega’s, het publiek. Hoe hebben allen van ons met de films, de interviews van Robin Williams gelachen, maar wat ging er door ’s mans hoofd. We zullen het nooit weten. Te Gek schotelt ons vanavond, via een theatershow met diverse nummers, zelfs hits, op een ludieke wijze voor hoe erg het in feite gesteld is met mensen die (manisch) depressief zijn. Een grasduinen doorheen de cd’s Te Gek, met bindteksten van Hugo Mathyssen worden we voor ietwat meer dan een uur in een hectisch wereldje meegesleurd. Geniet van de muziek, geniet van de vertolkingen, maar als je dieper kijkt zie je de twijfels. Reageer, help en laat je niet meesleuren. Dit deed Marcel met enkele uitlatingen over Gent en Brugge. “ Héla ! reageerde er plots iemand uit de zaal.
De voorstelling zelf, een volgelopen zaal, terwijl nog toeschouwers hun plaatsen innamen achtergrondmuziek van twee muzikanten van de Laatste Showband. Stefaan Degand met een nietszeggende blik gekleed in rode kamerjas keek ietwat verdwaasd de zaal in, mandarijntjes mee, ze pellen en opetend, tussendoor sigaretten rokend. Marcel heen en weer met een ladder voyagerend, kletterend laten vallen achter de coulissen. De toon van de avond was gezet. Met een micro in zijn mond, brabbelend bijna niet te verstaan om even later te zeggen : “ hebt u dat ook ? ”. Het opstaan, de bevragingen. De Laatste Showband voltallig, Guy en Wannes vervoegden hem en samen zetten ze “ Oh mijn hoofd “ in. Zingend, heen en weer lopend door elkaar. Hierna nam Wannes het woord en groette Brugge en zei iets over de vereniging. En : “ …vroeg of laat heb je ermee te maken, … ikzelf niet echt … maar mijn collega’s…”. Guy vervolgde met een nummer dat onmiddellijk op applaus onthaald werd. Titel blijf ik schuldig, … ( Q &A, But Never Mind, geschreven naar aanleiding van zijn eigen depressie na The Scabs,… ? ). Wannes over Guy,”… is hij de echte, gelijkt er wel op, is het geen dubbelganger, hoe is hij echt … wie steunt mij … Paul, Stefaan. Drie tegen de rest …”. Gevolgd door een leuke zinspeling . Werchter, Scheuremans, schuur, stro, Stromae. Wannes zingt “ Lore “. Marcel uitbundig uitweidend over getallen. “ Lacht – acht, … tien geven ( niet geven ) … spreek vijf vaak tegen, verhonderde u dat,…” geflipt. Volgden de nummers, “ Dag zonder schoenen “ ( Wannes ), hoe voel ik mij
vandaag, geen zin om dit of dat te doen, op blote voeten,… en het geschifte “ Paracetemol “ (Marcel ). Even later opnieuw herkenningsapplaus, Guy met zijn “ Nothing on my Radio “. “ Dit nummer staat op de compilatie cd van 10 jaar Te Gek “ zei hij nog. Plots alle lichten aan in de zaal, een deemstering en weer vol licht. Schemering en Wannes zei “ t’is pauze, toch voor sommigen onder ons “. Enkele muzikanten verlaten het podium. “ We vervolgen met een kleine bezetting en de rest komt erbij. Samen met Paul op accordeon spelen ze het nummer “ ‘k Zou zo gère willen leven “ van Walter Debuck. “ De betreurde Walter en de niet betreurde Helmut Lotti “. Houd plots op en begint over noten, 7 noten, 4×7 is 28, alfabet 28 letters ? ja, apenstaartje en hashtag zo kom je eraan. Gedachten die alle kanten opschieten, uitbundigheid. Marcel is ondertussen weer met zijn ladder in de weer. Plaatst hem, controleert, valt bijna van het podium op de schoot van de eerste rij. Kruipt erop en Wannes zingt over een held, een zieke ziel ? Het nummer “Ploegsteert “ wordt weer met applaus onthaald. “ … en God zei kom maar weer …”. De laatste woorden van het nummer. Marcel spreidt zijn armen uit, hoog ten hemel op zijn ladder. Enkele zinsneden over geuren, diesel, natte kranten, rouwberichten. Elk plekje op haar lichaam geurt naar een ander stukje Belgïe. Haar knieholte ruikt naar prei met een vleugje ijzer. Het nummer waarin hij de geur van Jasmijn en tijm opsnuift, “ Want ik Wil Niet “. Intussen Guy met een koffer over het podium wandelend, verdwijnend in de coulissen, Wannes hem achternakijkend, hem volgend. Guy terug aan de andere kant. Marcel even later de zaal in rep en roer proberend te zetten, uitlating Brugge, Gent, in de foyer cd’s te verkrijgen, Nee Betalen. Om vier uur aan het Belfort staan , in pyjama wachtend op de bus. Het nummer “ In Mijn Pyjama “. Meedoen, meeklappen, … “ … dit is geen gezellig avondje samenzijn, doe zoals ik, niets doen of ga naar buiten …! ”. “ Kunnen de mensen die niet van Brugge zijn aan de mensen van Brugge zeggen wat ze moeten doen, of is er hier iemand van Deerlijk die ze het kan uitleggen “. De reactie : HELA !!! uit het publiek. Hij was erin geslaagd. Guy Swinnen zette “ Hard Times” in. Intussen hebben we nog geen enkele reactie gezien van Stefaan, zittend op zijn bank, mandarijntjes etend, de ene sigaret na de andere rokend in zijn kamerjas, op blote voeten. Depressief, starend, nu en dan wel eens weg van het podium maar steeds weer terug naar zijn armzalig plekje. Plots heeft Wannes een I-phone nodig,” …iemand in het publiek één…?”. “ Er schoot me iets te binnen, ’t is wel de Guy,… mo je wet et zelf nie me,…” en neemt een selfie. “ Onthoud da ik em weergeve “ zei Wannes ook nog naar de persoon wiens toestel het was. En hij eindigt met, “ … ‘t is net da al wat ik vanavond zeg al ne ke gezegd heb of dat het ergens geschreven stoat …” Nog een laatste nummer en allen verlaten het podium. Stefaan blijft verweesd achter. Applaus, … plots neemt Stefaan een micro, steekt hem in zijn zak, drukt zijn sigaret uit en staat recht. Begint over grote architecten, het opbouwen van deur naar ijskastdeur naar de nok van het huis. Dit alles door uit het raam te staren en naar voetbalterreinen te kijken. Een idee, voetbalterreinen, tenten, Origi contacteren en Stromae contacteren. Een voetbaltornooi met alles erop en eraan. Zeker van winst voor de aanvang. Het groots zien, iets gigantisch verwezenlijken, gedaan met het kleine ambtenaartje. De zakenman met zijn helikopter. Aanzien. Tussenin zijn monoloog vooraan op het podium, “ … mooie bambi ogen, mooie bruine ogen …”zegt hij tussenin, kijkend naar een meisje vooraan, toch nog maar een sigaret opstekend. Toont een stukje papier, zijn plannetje, alles staat erop, tot in de kleinste puntjes.
De Laatste Showband zet de muziek in voor een allerlaatste nummer. Stefaan zingt “ In Mijn Hoofd “. Sfeervol, aangrijpend. Eindigend met enkele mensen uit het publiek halend, troost, appreciatie, dans, geluk. Ze zijn uitbundig de Manische Mannen. Het was Te Gek. En om af te sluiten met de woorden van Marcel ( zijn blog, zijn interviews ) : “ …veel r&r, nonsens, blablabla, surrealistische troela, met stevige fuckallures. Mon genre quoi. Als U dit mist, mist U wat.” En waar is Guy. Dit was ook in de inkomhal van de Stadsschouwburg te merken, Wannes en Marcel signeerden de gekochte cd’s en geen Guy. Nog een dertigtal vertoningen van dit schitterende stuk met afsluiting in De Roma op 29 mei. ‘Te Gek’ een vereniging om te volgen.
De Laatste Showband : Piano, keyboards en accordeon en leider Paul Poelmans. Gitaar, Chris Peeters. Bass, Bert embrechts. Drums, Joost Van den Broeck en op slideguitar en gitaar, Patrick Riguelle. Dit in een regie van Wim Dewulf.